Oud-winnaar Vakwerk Award Rhon klust met respect voor de gezondheid

Dit jaar is het weer zover: de Vakwerk Awards worden uitgereikt. Tot 1 februari kunnen projecten worden ingediend (zie www.vakwerk-awards.nl voor meer info) en op 4 juni 2020 worden de prijzen uitgereikt tijdens het Bouwmaat XXL Beursfestival. Vakman Rhon vande Velde pakte tijdens de editie van 2018 de hoofdprijs met een verbouwing van een monumentale boerderij. Hij viel op met zijn duurzame aanpak en respect voor de architectuur. Hoe vergaat het hem inmiddels?
Oud-winnaar Vakwerk Award Rhon klust met respect voor de gezondheid| KlusVisie
Oud-winnaar Vakwerk Award Rhon klust met respect voor de gezondheid| KlusVisie
Oud-winnaar Vakwerk Award Rhon klust met respect voor de gezondheid| KlusVisie
Oud-winnaar Vakwerk Award Rhon klust met respect voor de gezondheid| KlusVisie
Oud-winnaar Vakwerk Award Rhon klust met respect voor de gezondheid| KlusVisie
Oud-winnaar Vakwerk Award Rhon klust met respect voor de gezondheid| KlusVisie
Oud-winnaar Vakwerk Award Rhon klust met respect voor de gezondheid| KlusVisie

Rhon vande Velde blijkt tijdens het gesprek in een opperbeste stemming. Het is na al die regen weer eens mooi weer. Maar wat wellicht ook helpt: hij is inmiddels officieel met pensioen. En menig lezer weet wat dat betekent: gewoon lekker doorgaan met klussen als het je uitkomt. Stilzitten is ook voor Rhon geen optie. Rhon’s pre-pensioen-kluscarrière duurde relatief kort, wat best opvallend is voor een vakman die werk oplevert dat met een prijs is onderscheiden. Want pas vanaf 2006 pakte hij het gereedschap op. Waarom is hij met twee van die gouden rechterhanden niet eerder begonnen?

“Tja, zo gaat dat in het leven. Er komen zaken op je pad die je niet altijd hebt gepland. Ik ben opgegroeid in Oost-Vlaanderen. Mijn grootouders hadden een boerderij waar altijd wat te klussen viel. Ik was op mijn veertiende al bezig: wat metsel- en timmerwerk, met elektraklussen, noem maar op. Vanwege de liefde trok ik eind jaren zeventig naar Nederland en ben hier gebleven. Ik rolde de wereld van de informatietechnologie in, was onder meer computeroperator, werkvoorbereider en database-specialist op grote mainframes. Later ging ik freelancen als databasespecialist. Leuk werk, lekker technisch. Als operator draaide ik ploegendiensten, dus had overdag tijd om ons huis aan te pakken: denk aan het optrekken van een aanbouw, inclusief een kelder onder de hele woning, een behoorlijke technische uitdaging.

Halverwege de jaren nul van deze eeuw zat de IT in een dip. Ik vond ondertussen verbouwen leuker. Dus toen in de computerbusiness de klad kwam, besloot ik met het verbouwen verder te gaan. Heb me aangemeld bij de VLOK en schafte een tweedehands bus en nog wat gereedschap aan. Bij de buren kon ik direct een dakopbouw uitvoeren. Want ze hadden gezien hoe ons huis erbij stond, dat beviel ze. Vakman worden is een kwestie van de ogen en de oren openhouden en veel inlezen. Ik liep onder meer mee met een oude stukadoor, die leerde me dat stuken een kwestie van wachten op het juiste moment is. Want de eerste keer begon ik uiteraard te vroeg met afreien. Daarbij had ik altijd al interesse in architectuur en kon ik bouwtekeningen lezen.

Ja, in 2007 begon de crisis, misschien was de start van het klussenbedrijf niet zo lekker getimed. Ik kan je zeggen: ik heb nooit een dag zonder werk gezeten. Moest op een zeker moment wel vaker een offerte maken. Maar het meeste werk kreeg ik, net zoals veel collega’s, dankzij mond-tot-mondreclame. Ook via mijn website kreeg ik klanten. En via Leadz, dat bestaat niet meer. De klanten bleven terugkomen, dat was een bemoedigend teken. Meedoen met onderbieden op Werkspot, dat was niets voor mij. Ik heb wel eens een paar van zulke klanten gehad die wilden dat je met rotzooi ging klussen. Niet-maatvaste tegels, dat werk. Of kreeg je stopcontacten van blik in je handen geduwd. Moest je bij het bedraden wat kracht zetten, dan plooide het alle kanten op maar niet de goede.

In de loop der jaren heb ik me extra verdiept in duurzaam verbouwen, daar zag ik toekomst in. Ik kon hiermee veel ervaring opdoen bij de renovatie van een monumentale boerderij uit de zeventiende eeuw. Dat was een bouwval, maar mijn zoon en schoondochter vielen er als een blok voor. Dus toen stonden we voor flinke uitdagingen. Want iemand vertelde me dat je zo’n pand nooit goed geïsoleerd krijgt. Dus besloten we te gaan voor minimaal een Rc-waarde van 5,0 m2K/W. Dat is hoger dan het Bouwbesluit bij nieuwbouw voorschrijft.

Bij zo’n monument moet je van binnenuit werken. Onder de vloeren zijn PIR-platen gelegd. En voor de wanden ging ik aan de slag met W’all-in-One van Faay: 12 cm dikke PIR-isolatie afgewerkt met een gipsplaat. Daar kun je lekker mee doorwerken. Je plaatst de elementen op houten sloffen en spouwlatten. De montageprofielen zet je met verzonken schroeven vast tegen de achterconstructie. Je hoeft vervolgens de panelen alleen maar aan te schuiven. Dat werkt snel want je hoeft de panelen zelf niet vast te schroeven. Nadeel van zo’n rechte wand is wel dat je in de raamkoven ziet dat de buitenmuur wijkt. Maar goed, dat is ook de charme van zo’n boerderij.
De nieuwe rietenkap bleek maar een RC-waarde van 1,25 te hebben. Het Bouwbesluit schrijft bij nieuwbouw 6 voor. Met isolatie van Isobouw aan de binnenzijde konden we die waarde halen.

Ik wilde dat je aan de buitenzijde zo weinig mogelijk moderne techniek zou zien. Dus geen gaspijp die uit het dak steekt, da’s geen gezicht bij een rieten kap. De boerderij had geen gasaansluiting dus kozen we voor ventilatiesysteem D, met een Panasonic-luchtwarmtepomp en realiseerden we muurdoorvoeren voor de ventilatie. Daar kun je buiten bijvoorbeeld een plantenbak voor zetten. Een ventilatiesysteem D warmt met de afgevoerde binnenlucht de aangevoerde buitenlucht op. Ik voerde het systeem uit met pollenfilters; mijn schoondochter heeft namelijk last van hooikoorts. Als ze de filters vervangen zie je dat de lucht binnen schoner is dan buiten: ze zijn hartstikke zwart! Opvallend, want de boerderij staat aan een doodlopende weg.

We kwamen echte constructiefouten tegen. Zo was een balk op de constructie van de haardschoorsteen met een bakoven gelegd. Je moet weten dat zo’n boerderij als basis een houten constructie heeft. De muren zijn als ‘opvulsel’ daartussen geplaatst om het gebouw wind- en waterdicht te krijgen. Op zulke muren plaats je geen balk. Daarbij staat het gebouw direct op het zand. Een aantal muren was dan ook door de krachten gaan wijken. Bij een doorgezakte hoek moesten we de nieuwe muur eerst recht metselen en dan schuin weg laten lopen, met de oude wijkende muur mee. Mooie uitdagingen. Ik heb voor de muurklussen speciaal gereedschap aangeschaft, zoals een Arbotech-voegenfrees. Die werkt met lange zaagbeitels zodat ik complete stenen er uit kon zagen. Want dat was ook nodig. Een deel van de voorgevel was beschadigd geraakt in de oorlog. De boeren deden vroeger al aan recycling en verwerkten verschillende, maar vooral zachte stenen. De boerderij werd destijds afgewerkt met leem en kalkstuc. Als je deze met leem- en kalkmortel afsmeert, damp-open materiaal, dan is er niets aan de hand. Maar in de loop der jaren werd er ook cement tegenaan gezet, dat is hartstikke dampdicht. Zo krijg je vochtig blijvende stenen en vorstschades. Ik had bij het saneren met die frees het geluk dat in een af te breken binnenmuur en een deel van de buitenmuur voor een nieuwe glaspui dezelfde stenen waren gebruikt. Dus kon ik die weer voor het gevelherstel gebruiken. Ik werkte deze wel af met kalkmortel en -stuc. Ideaal, het is lekker vettig van zichzelf. Het hard uit als cement. Dit duurt wel langer, maar het blijft flexibeler.

Toen de boerderij klaar was, las ik bij toeval over die prijsvraag. Omdat we heel duurzaam hadden gewerkt dacht ik dat we een kans zouden maken. Ik vind niet alleen die prijs winnen leuk. Met deze verbouwing kan ik ook laten zien dat het toepassen van al die duurzame technieken heel goed te doen is. Wellicht inspireert dit collega’s. Als eigenaren onder andere subsidies en een comfortabeler huis kunnen krijgen, dan gaan ze om. Wij vakmensen moeten hen ontzorgen en duidelijk presenteren dat de oplossingen werken. Dat heeft de toekomst.”

 

Vakwerk Awards 2020
Waarom Vakwerk Awards? Met de Vakwerk Awards wordt ondernemend vakmanschap in de bouw op een podium gezet. Want vakmensen maken mede van Nederland een land waar het goed wonen en leven is. De award heeft oog voor deze vakmensen en zet ze daarom in het zonnetje. We laten zien dat we trots zijn op onze vakmensen. Wees trots op jouw vakmanschap en doe mee aan de Vakwerk Awards, geef je op via www.vakwerk-awards.nl. Op 4 juni 2020 worden de prijzen uitgereikt tijdens het Bouwmaat XXL Beursfestival. Vakwerk Awards is een initiatief van Zelfstandigen Bouw, Bouwmaat en Eisma Media.

Gepubliceerd op

Nieuwsbrief

KlusVisie nieuwsbrief ontvangen?

Nieuwsbrief

Delen